Parijs is verreweg de meest overschatte toeristische bestemming in Europa!
Daar, het staat zwart op wit.
De toon is gezet. Ja, boehoe, ik weet het. Zoiets en plein public erkennen is als vloeken in de kerk. Dat mag niet. Want iedereen houdt van Parijs, behalve ik dus.
Bezienswaardigheden
Ja natuurlijk is het een stad van indrukwekkende bezienswaardigheden: de Eiffeltoren, het imposante Louvre, de Sacre Coeur, de Notre Dame, Montmartre, de Arc de Triomphe, etc. etc.
En toch is al dat moois onvoldoende om mij te bekoren. Waarom? Ik weet het eerlijk gezegd niet.
Een te krap budget?
Ik ben er geweest op een klein en op een ruim budget. Eerst als armlastig rugzakstudent, vervolgens als yuppie, de laatste tijd bezoek ik Parijs als middelbare muts. Vroeger kwam ik op het goedkoopste treinkaartje en overnachtte ik voor tien gulden per nacht (tja, zou oud ben ik al). Tegenwoordig arriveer ik in een comfortabele middenklasser, slaap in een prima hotel ergens in het centrum en doe al de dingen die je doet als middelbare muts. Slechte ervaringen met kakkerlakken in mijn bed zijn dus niet de oorzaak van mijn gebrek aan enthousiasme.
Het gezelschap?
Mijn reisgezellen, achtereenvolgens verloofde nr 1 & 2, vriendin, echtgenoot en kinderen zijn altijd even enthousiast. Dat is het ook niet.
De omvang?
De grootte van het centrum misschien? Eerst dacht ik dat de stad, met elf miljoen inwoners, voor mij, als provinciaaltje, een maat te groot is. Toch zijn Londen en Bangkok, voorbeelden van wereldsteden waar ik het prima naar mijn zin heb. Franse steden die meer mijn naar mijn smaak zijn zoals Toulouse en Straatsburg zijn minder bekend, minder toeristisch en minder groot.
Het weer?
Gezien de relatief noordelijke ligging is het niet altijd zo’n mooi weer, wat de vakantiepret behoorlijk kan drukken. Ik herhaal Londen. Need I say more?
De taal
Ik geef toe mijn weggeroeste middelbare school Frans helpt de zaak niet. Kunnen communiceren in de taal van het land, maakt in ieder geval voor mij, een bezoek een stuk aangenamer. Maar zie Bangkok, ook mij Thai is bepaald niet vloeiend.
Vanwaar dat gebrek aan animo dan?
Een fantasie?
Misschien heeft het vooral te maken met teleurstelling omdat de werkelijkheid zoveel anders is dan in mijn fantasiewereld.
In mijn verbeelding danst een wonderschone Brigitte Bardot als het boegbeeld van de Franse vrijheid. Parijs staat synoniem met ‘savoir vivre’, Simone de Beauvoir, Coco Chanel, en Catherine Deneuve. Als ik aan Parijs denk, ruik ik versgebakken croissants, voel l’amour, zit ik op elegante terrassen en koester ik warme herinneringen aan het ingeblikte jeugdsentiment van ‘Angelique’.
Parijs is
liberté, égalité, fraternité.
De realiteit dat zijn de doden van Charlie Hebdo, de rellen in de banlieues. Francois Hollande is – op zijn scooter voor het appartement van Julie Gayet – de overspelige vertegenwoordiger van ‘L’amour’. Tenslotte Brigitte, een vrouw die van binnen een stuk minder mooi blijkt te zijn.
Tot zover de Parijzenaar.
Cultuurstad
De Franse hoofdstad is uiteraard meer dan een optelsom van zijn inwoners. Laten we de ‘Kunst’ niet vergeten in deze opsomming, in Parijs natuurlijk met een hoofdletter ‘K’. Neem nou de veel bejubelde Mona Lisa, na urenlang ronddwalen in het Louvre blijkt het een piepklein Italiaans schilderijtje te zijn, waar tientallen toeristen zich voor verdringen om een blik te werpen op wat wel de eerste metroman in de geschiedenis moet zijn.
Een ander cultuurmonument is het toonaangevend centrum voor moderne kunst, het Centre Pompidou. Het gebouw lijkt van buiten nog het meest op een lelijke fabriek, of zoals mijn zoon dat aanduidt: “Dat gebouw onder constructie”. Het Rodin museum, naar eigen zeggen, het enige zelfgefinancierde museum in Frankrijk, valt me helaas ook tegen. Natuurlijk, de beelden zoals de Kus, Le Penseur en de Poorten van de Hel zijn meesterwerken, maar de rest mwah.
Het Place du Tetre op Montmartre is, tja, wat zal ik daarop zeggen, een toeristische gruwel. Het iconische Moulin Rouge, ooit het symbool voor het vrije leven, doet een beetje smoezelig aan.
Andere bezienswaardigheden bezwijken onder hun populariteit. Nee, ik heb het niet alleen over de ellenlange rijen bij de verschillende bezienswaardigheden. Hoofdstedelijke bruggen begeven het onder de zogenaamde ‘liefdesloten’. De Eiffeltoren lijkt iedere dag meer op een zwaar bewaakte vestiging met politieagenten in kogelvrije vesten, camera’s en veiligheidspoortjes.
Maar het absolute dieptepunt is zonder twijfel Euro Disney tijdens de kerstperiode. Denk: duur, urenlange rijen en koude regen. En dan, als je de stad eindelijk kunt verlaten, wacht de Périphérique, waar je ondanks de TomTom, of is het dankzij het Nederlandse onding, onherroepelijk hopeloos gaat verdwalen.
Maar hé, al dat gesikkeneur is nergens goed voor.
Ik besef ook wel dat er meer Parijs is. Buiten de grote bezienswaardigheden moet er een rijk cultureel leven zijn, waar de Françaises nog elegant zijn, de croissants warm en ergens in die megastad wachten vast nog leuke plekjes op ontdekking. Zo, nu mogen jullie het allemaal met mij oneens zijn.
Goddank voor de verlichting:
‘Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik ben bereid mijn leven te geven voor uw recht deze mening te uiten’. (Voltaire, 1694 – 1778)
Vive la France!
______________________________________
Dit blog volgen